kredieten.jpg

januari 2018

Minder woonleningen, hogere kredieten

Belgen lenen steeds meer voor de aankoop of de bouw van een woning. Dat blijkt uit de cijfers van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) voor het derde kwartaal van 2017. Opvallend is dat de kredietverlening heel gezond blijft: amper 1 procent van de leningen kent volgens de BVK een achterstand.

Het gemiddeld bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning is in het derde kwartaal gestegen naar 156.000 euro. In 2016 was dat 153.000 euro. Voor de bouw van een woning stijgt het gemiddeld krediet tot bijna 167.000 euro, terwijl dat krediet het jaar voordien bijna 155.000 euro was. Daar staat tegenover dat voor renovaties er ook meer wordt geleend: gemiddeld ruim 49.000 euro, tegen bijna 43.000 euro een jaar eerder.

Minder leningen op alle vlakken

Terwijl het gemiddelde krediet steeg, is het aantal nieuwe hypothecaire kredieten (herfinancieringen niet inbegrepen) in het derde trimester met 20 procent gedaald tot 55.000. 

Vooral in het aantal kredieten voor renovatie (-39%) en voor nieuwbouw (-20%) was de daling sterk. De kredieten voor de aankoop van een woning en de aankoop met renovatie van een woning gingen met respectievelijk 10 en 14 procent achteruit.

In totaal werd er voor 7,2 miljard euro aan nieuwe kredieten in het derde kwartaal van 2017 verstrekt, een daling met 11 procent. Toch steeg het totale verstrekte kredietbedrag over de eerste negen maanden van 2017 met meer dan 5 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, dat terwijl 6 procent minder kredieten zijn afgesloten

Vaste rente blijft nog steeds populaire keuze

Bijna 8 op de 10 kredietnemers gingen in het derde trimester van 2017 voor een vaste rentevoet. Werd er toch voor een variabele rentevoet gekozen, dan ging de keuze voornamelijk naar een variabele rentevoet met een lange periode van rentevastheid: net geen 10 procent koos voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar, 7 procent opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 5 en 10 jaar.