Nieuwjaar Envelop Kinderen Evenveel

december 2022

Geef je elk kind evenveel geld voor Nieuwjaar?

Hoeveel steek ik in het nieuwjaarsenvelopje voor mijn petekind, en hoeveel voor mijn ander kleinkind? Vroeger was dat al geen simpele vraag. Met plus(klein)kinderen erbij is het nog iets ingewikkelder geworden. Enkele tips.

Het is 1 januari en je zit met de familie (en een eventuele kleine kater) aan de feesttafel. Na het dessert is het moment aangebroken waar de kinderen al uren op wachten. De nieuwjaarsbrieven mogen bovengehaald worden! Dit jaar is het een beetje ingewikkeld. Want niet alleen je kleinkind (7) leest een mooi stukje proza voor. Ook je stiefkleinkind (9) – sinds enkele maanden deel van de familie – haalt een brief boven. Het andere pluskleinkind, dat vorig jaar nog in je huiskamer een brief stond voor te lezen, is ondertussen weer uit beeld.

Wat nu … ? Geef je de twee kleinkinderen elk een enveloppe met 20 euro? Krijgt het stiefkleinkind 25 euro omdat hij ouder is? Of geef je het stiefkleinkind 15 euro omdat hij ‘nieuw in de familie is’ en het nog maar de tweede keer is dat je hem ontmoet?

Alle (klein)kinderen gelijk voor de wet?

Zijn je plus(klein)kinderen ongeveer even oud, dan geef je best evenveel. Want met een nieuwjaar (of andere cent) geef je meer dan enkel de waarde van geld. Zelfs al zijn ze nog jong, het gevoel op de tweede plaats te komen wordt alleen maar versterkt als het ene kind een briefje minder in de enveloppe vindt. Dat kan niet alleen gevoelige snaren raken bij kinderen, maar ook bij hun ouders of andere familieleden. Zeker als er al gevoeligheden sluimeren in de familie, kan het ene (klein)kind zich sneller minderwaardig voelen dan het andere. Is het leeftijdsverschil groter, dan kan je het oudere kind best een groter bedrag geven. Of het om een plus(klein)kind gaat of niet, zou in principe niets mogen uitmaken.

Een nieuwjaarcent met een woordje uitleg

Context is natuurlijk belangrijk. In sommige families is de dikte van de nieuwjaarsenvelopjes nooit een probleem. In andere families – waar er misschien al wat spanningen in de lucht hangen – kan een briefje minder bij de ene en een briefje meer bij de andere tot nóg meer spanningen leiden. Je kan daarom beter duiding geven als je gevoeligheden vreest (of zelfs ook als je geen problemen verwacht). Krijgt een ouder kind bijvoorbeeld meer? Leg dan uit dat het jongere kind minder krijgt omdat het andere kind ouder is. Het jongere kind heeft dan alvast iets om naar uit te kijken, want later zal ook zijn enveloppe dikker worden.

Andere criteria

Wat als je toch andere redenen wil aanwenden om sommige kinderen te bevoordelen?  Bijvoorbeeld door meer te geven aan kinderen die een brief voorlazen en zij die dat niet deden. Of door meer te geven aan het kind dat elk weekend op bezoek komt, dan aan het kind dat je zelden ziet. Of door meer te geven aan een pete- of metekind dan aan een ‘gewoon’ kind.

Als niet iedereen hetzelfde krijgt, kunnen spanningen rijzen of misverstanden ontstaan. Je doet er opnieuw goed aan om je keuzes te verduidelijken. Het belangrijkste is dat elk kind – en bij uitbreiding elke ouder – het verschil kan plaatsen en niet het gevoel krijgt minder geliefd te zijn of dat je onder je kinderen “favorieten” heeft. Sta ook stil bij eventuele gevolgen: als je keuze om het ene kind meer te geven dan het andere omdat je die meer ziet, op onbegrip wordt onthaald, dan komt het kind dat minder kreeg misschien nóg minder langs.

De ene grootouder geeft 20 euro, de andere het dubbele?

In een ideale situatie maakt iedereen vooraf afspraken hoeveel een kind krijgt met Nieuwjaar. Bijvoorbeeld door bedragen vast te leggen die voor iedereen haalbaar zijn.

Maar in de praktijk gebeurt dat natuurlijk niet altijd. Niet iedereen heeft dezelfde financiële mogelijkheden. De ene trakteert bijvoorbeeld doorheen het jaar vaker op uitstapjes. De andere kiest om op een andere manier geld opzij te zetten. De ene grootouder kan dubbel zoveel kleinkinderen hebben dan de andere. Of misschien heeft het kind met de peter een hechtere band dan met de meter. Hoe dan ook: het is oké als je niet evenveel geeft dan de andere grootouder, meter, peter, …

Vraagt het kind waarom het van je ‘slechts’ de helft krijgt dan wat het van de andere oma, opa, tante, nonkel, … krijgt?  Antwoord dan gewoon eerlijk hoe de situatie in elkaar zit. Kinderen begrijpen het best als je bijvoorbeeld vertelt dat je minder centjes heeft, of aan het sparen bent.

Niet te vroeg en niet te veel

Begin niet te vroeg met geld geven. Alleen als kinderen al wat kunnen rekenen en de waarde van geld begrijpen, kan een envelopje zinvol zijn. Bijvoorbeeld: wat kan ik kopen met 5 euro?, hoeveel kost een pak melk?, …. Een kind dat nog niet vertrouwd is met het concept geld, maak je sneller blij met een klein cadeautje dan met een enveloppe met geld.

Begin ook niet te hoog. Als je start met 100 euro voor een zesjarige, dan schep je daarmee een verwachtingspatroon. Als je het jaar nadien ‘slechts’ 20 euro kan geven, zal dat wellicht verwarring wekken.

Hoeveel geef je met Nieuwjaar?

Dat hangt natuurlijk grotendeels af van de tradities in je familie, je band met het kind, je financiële situatie, enzovoort. Je kan bijvoorbeeld ook beslissen, als je hen zakgeld geeft, om hetzelfde bedrag te gebruiken voor hun Nieuwjaar. Een dertiende maand voor kinderen, zeg maar. Enkele richtcijfers:

  • 4-5 jaar: 5 à 10 euro
  • 6-10 jaar: 10 à 20 euro
  • 11-14 jaar: 20 à 40 euro
  • 15-18 jaar: 40 à 100 euro

10 euro voor een zesjarige is dus al prima. Naarmate ze ouder worden en meer uitgaven hebben kan je richting 50 euro of meer gaan. Maar opnieuw: dit zijn richtlijnen. Uiteindelijk beslis je hoeveel je kan of wil geven.

Heb je een vraag voor ons? We bellen je graag op een ogenblik dat het je uitkomt.

Maak een afspraak